Nieuw-Zeeland 2006

Voor volledige weergave in iOs, Android, Tablet of Computer: Klik Hier

De herpetofauna van Nieuw-Zeeland is arm maar uniek: amper een 6-tal soorten amfibieën (waaronder 4 soorten oerkikkers, echte levende fossielen), een klein aantal soorten hagedissen, geen enkele landschildpad en geen slangen, met uitzondering van 2 soorten zeeslangen.
Maar we kozen voor deze bestemming omwille van één soort, nl. de brughagedis of Tuatara.
Het zijn de enige nog levende dinosauriërs, die al 220 miljoen jaar geen enkele evolutie hebben ondergaan! Ze worden tot 60 cm groot en meer dan 100 jaar oud.
Redenen genoeg dus om naar dat verre land te trekken.
Ook flora en andere fauna zijn uniek voor dit land dat zich 80 miljoen jaar geleden van Gwondwanaland afscheidde.
Zo zijn er maar twee van oorsprong inheemse zoogdieren, beiden vleermuizen.
Omdat er zo weinig viervoeters zijn, werden en worden er in Nieuw-Zeeland veel ecologische rollen door vogels en grote insecten ingenomen.
Zo waren tot in historische tijden de grote moa’s belangrijke herbivoren; de aan hen verwante kiwi’s zijn nog steeds actief, evenals de ook niet-vliegende takahe.
Verder zijn er fossielen gevonden van grote roofvogels.